Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat [26]na een bestemden tijd, bestemde tijden, en [27]een helft, en als [28]Hij zal voleind hebben [29]te verstrooien [30]de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden. 26. Zie de aantekening hfdst.7 vs.25. 27. Of, een deel; te weten van den bestemden tijd. 28. Te weten God de Heere. 29. Dat is, zijn volk en kerk zo vernederd en verzwakt zal hebben, dat zij zal schijnen schier geheellijk tenonder gebracht te zijn. 30. Dat is, alle macht en vermogen van het volk. Vergelijk Deut.32:36. Anderen verstaan hier door de hand, die hand door welke het heilige volk was gedrukt geworden, namelijk de macht van Antiochus Epifanes, van zijn krijgsvolk en zijne nakomelingen; dat alsdan die grote vervolgingen op het hoogste gelopen zouden zijn; vergelijk hfdst.7 vs.26, en dat zich God opmaken zou om zijn volk te verlossen. Zie boven vs.1, vergelijk hfdst.7 vs.26.
, [], 211-228 VOLUME 124, No. 2, EUGENE P. MCGARRY, THE AMBIDEXTROUS ANGEL
(DANIEL 12:7 AND DEUTERONOMY 32:40):
INNER-BIBLICAL EXEGESIS AND
TEXTUAL CRITICISM IN COUNTERPOINT